Bij steeds hoger wordende temperaturen spreken sommigen wel van ‘dorstig weer’. Goed drinken is het devies, om uitdroging te voorkomen. In de Achterhoek kennen we natuurlijk allemaal dat heerlijke bier uit de beugelfles, met de plop! Die plop is een alom bekend geluid en de bierproducent speelt daar voor wat betreft zijn reclame heel goed op in. Op de vrachtwagens en op de reclameposters staat vermeld: een nieuwe lente, een oud geluid. Met dat oude geluid bedoelt men vanzelfsprekend het ploppen van de beugel, maar dat met een nieuwe lente een direct verband gelegd wordt met de historische letterkunde, dat weet – zonder daar heel zelfingenomen over te willen doen – maar een klein aantal mensen, denk ik.
Ik heb het in dezen over het gedicht Mei van schrijver/dichter Herman Gorter (1864-1927). Het gedicht gaat over de Nederlandse natuur, over elven en saters (vrolijke en ondeugende boswezens), feest van goden in de hemel en heel veel bloemen. Het gaat hier om het leven van de maand mei, in de gedaante van een jong meisje, dat – hoe toevallig! – Mei heet. Het gedicht begint met Een nieuwe lente en een nieuw geluid, ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit, dat ik vaak hoorde voor een zomernacht, in een oud stadje, langs de watergracht (…). Het lied waarover de schrijver het heeft, moet zijn als een herinnering aan het gefluit van een jongen tijdens een zwoele zomeravond.
Die eerste regel, een nieuwe lente en een nieuw geluid, is misschien wel de beroemdste regel uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Geen wonder dat deze regel, of een afgeleide daarvan, vaak gebruikt wordt in reclameslogans.
Voor de smaak van dat biertje maakt het natuurlijk niets uit waar de slogan vandaan komt. Belangrijker is in dat verband de herkomst van het bier: onze mooie Achterhoek!
Proost! Op de zomer, het dorstige weer, de plop en de Achterhoek!